Artikelen proefschrift
Het algemene doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift is het evalueren van de effectiviteit van een drie-componenten leefstijlinterventie voor vrouwen met PCOS. In dit proefschrift vergelijken we een drie-componenten leefstijlinterventie met een care as usual (CAU) groep. Daarnaast zullen we onderzoeken of een drie-componenten leefstijl interventie met aanvullende Short Message Service (SMS) effectiever is om gewichtsverlies te bereiken.
Het hebben van PCOS in combinatie met overgewicht of obesitas heeft een negatieve invloed op verschillende klinische kenmerken van PCOS. Er lijkten positieve veranderingen op te treden op het gebied van fertiliteit, metabool en welbevinden als vrouwen 5 tot 10% afvallen. In het verleden is er wel onderzoek gedaan naar het effect van afvallen maar werd er nog geen onderzoek gedaan naar langdurig gewichtsverlies met gezonde voeding. Tevens weten we niet of voorgaande klinische studies wel te vertalen zijn naar het dagelijks leven voor vrouwen met PCOS. Daarom hebben wij een gerandomiseerde gecontroleerde studie uitgevoerd om te kijken naar de effecten van een 1-jarig durend leefstijlprogramma

In hoofdstuk 1 is het studieprotocol beschreven. Het doel van dit leefstijlprogramma was om gezonde leefstijlgewoonten te ontwikkelen die ook voor een lange periode gehandhaafd konden worden. De ontwikkeling van een persoonlijk en gezond eetpatroon, plezier beleven aan sporten en het veranderen van disfunctionele gedachtepatronen waren de belangrijkste elementen in deze interventie. Lees het artikel hier https://link.springer.com/article/10.1186/s12978-017-0295-4.
In hoofdstuk 2 vonden we dat het drie-componenten leefstijlprogramma met cognitieve gedragstherapie (CGT) resulteerde in meer gewichtsverlies dan in de controlegroep (CAU). In de de CAU groep werden de deelnemers aangemoedigd om gewicht te verliezen door bijvoorbeeld naar een diëtiste te gaan of te gaan sporten. In het leefstijlprogramma was de kans om 5% gewichtsverlies te bereiken zelfs 7x zo groot als in de CAU-groep. Ook bleek dat meer dan 29% van de vrouwen in de CAU-groep aankwam in gewicht terwijl 8,5% van de vrouwen in de leefstijlinterventie zonder SMS en 3,1% van de vrouwen in de in leefstijl met extra SMS aankwamen in gewicht. Lees het hele artikel hier: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/oby.22980


In hoofdstuk 3 presenteerden we de effecten van de leefstijlinterventie op depressie, zelfwaardering en lichaamsbeeld. Vrouwen in de interventiegroep vertoonden significante verbeteringen in depressie en zelfwaardering vergeleken met de CAU-groep. Hormonale veranderingen speelden hierbij geen aantoonbare rol. Wel bleek gewichtsverlies een mediërende factor voor zelfwaardering, wat suggereert dat de interventie depressie en lichaamsbeeld verbeterde, terwijl de combinatie met gewichtsverlies extra winst opleverde in zelfwaardering. Lees het hele artikel hier: https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0233876
In hoofdstuk 4 onderzochten we de effecten van de interventie op eetgedrag. Verbeteringen in eetgedrag zijn belangrijk om een gezond eetpatroon in stand te houden. Onder verstoord eetgedrag verstaan we verschillende soorten eetproblemen zoals het eten bij emoties, restrained eten (dit wordt vaak vertaald als geremd eten) en het hebben van eetbuien. We weten dat de kans op verstoord eetgedrag drie keer zo groot is bij vrouwen met PCOS. We wilden daarom onderzoeken of het leefstijlprogramma ook effect had op verschillende type van eetgedrag. Uit het onderzoek bleek dat vrouwen in de leefstijlinterventie significante verbeteringen ontwikkeldene in verstoord eetgedrag terwijl vrouwen in de CAU geen verbeteringen ondervonden. Lees hier verder: https://link.springer.com/article/10.1186/s40337-022-00593-y

In hoofdstuk 5 ontwikkelden we een model om te voorspellen welke deelnemers succesvol waren in de leefstijlinterventie en wie er een grotere kans hadden om vroegtijdig te stoppen. We vonden verschillen in kenmerken tussen vrouwen die succesvol waren in de leefstijlinterventie en in de controlegroep. Dit suggereerde dat het type interventie een belangrijke rol speelde bij het wel of niet bereiken van ≥5% gewichtsverlies.
Vrouwen in de leefstijlinterventie hadden een hogere kans om ≥5% gewichtsverlies te bereiken terwijl vrouwen met hogere depressie scores een lagere kans hadden om ≥5% gewichtsverlies te bereiken. Ook bleek dat eetgedrag een belangrijke rol speelt in het voorspellen van succes. Het hebben van een hoge mate van geremd eten bleek een positieve voorspeller voor ≥5% gewichtsverlies in de leefstijlinterventie terwijl het een negatieve voorspeller bleek in de controlegroep.
Op basis van eerdere studies weten we dat het volgen van een streng dieet de sterkste risicofactor is voor de ontwikkelen van verstoord eetgedrag. Daarom denken wij dat deelnemers in de leefstijlinterventie (vooral door het CGT-element) beter in staat waren om dit type eetgedrag te veranderen en beter met emoties hebben leren omgaan.
Een nadeel van deze studie is dat er in alle drie de armen van de studie veel deelnemers voortijdig zijn gestopt. Het hoogste uitvalpercentage werd gevonden in de leefstijlinterventie met SMS (73,3%), gevolgd door de leefstijlinterventie zonder SMS (57,1%) en de controlegroep met 60,0%. In totaal stopten 63,4% van de deelnemers vroegtijdig met de studie. We hebben daarom onderzocht of er kenmerken waren die het vroegtijdig stoppen met de studie konden voorspellen. Deelnemers die bij de start van de studie een hoger lichaamsgewicht hadden, deelnamen aan de leefstijlinterventie met SMS en hogere levels van het hormoon androsteendion hadden, bleken een grotere kans te hebben om voortijdig te stoppen. Op basis van eerdere studies lijkt dit hormoon geassocieerd te zijn met een ernstiger type PCOS. We nemen daarom aan dat vrouwen die hogere levels van dit hormoon hadden dus meer PCOS-klachten hadden en daarom eerder besloten te stoppen met de interventie.
Lees het hele paper hier: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/brb3.2621

In hoofdstuk 6 is de effectiviteit van cognitieve gedrags therapie (CGT) onderzocht op depressieve klachten bij vrouwen met PCOS. In de systematische review werden 9 studies geïncludeerd en 6 studies leverden data voor het uitvoeren van een meta-analyse. Alle geïncludeerde studies onderzochten verschillende vormen van CGT en vergeleken de effecten met een controlegroep. Er bleek een grote variatie te zijn in de duur van de behandeling en het aantal sessies in de geïncludeerde studies. Er werd een Cohen’s d effectgrootte van 1,06 gevonden wat betekent dat er een groot effect werd gevonden in het voordeel van CGT. Psychologische interventies met CGT lijken effectief om depressiescores te verlagen maar er zijn in de toekomst grotere klinische trials nodig om te beoordelen of CGT en/of farmacologische opties inderdaad effectief zijn om depressie bij vrouwen met PCOS te behandelen. Hier kan je verder lezen: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1472648322003182
“Het veranderen van je relatie met eten is in mijn ogen het
belangrijkste bij het een gezonde leefstijl”
Dr. Geranne Jiskoot